Anders
dan anders was het vanmorgen bewolkt, dat was even wennen, het was
niet echt koud 19 gr.
Nadat
we de koffie op hadden zijn we weer op de fiets gesprongen voor een
stevige tocht.
Ons
reisdoel was, om de uiterste zuidwestpunt van Europa te bezoeken,
Cabo S. Vicente, en ook deze moesten we volgen via de N125 omdat er
maar een hoofdweg langs de kust loopt.
Dat
langs de weg over de vluchtstrook fietsen, lukt hier uitstekend, ze
zijn breed genoeg.
Onderweg
kwamen we langs een hele grote winkel die allerlei keramiek verkocht,
dus daar even rond geneusd, er was van alles te koop Harma heeft nog
een schort gekocht.
Vervolgens
zijn we via de N268 naar Sagres gereden, waar we eerst een heerlijke
cappuccino hebben genuttigd, daarna zijn we naar Ponta de Sagres
gefietst, op dit landhoofd staan de overblijfselen van een 16e eeuws
fort (fortaleza), waar we wel een paar uur hebben verbleven, bij een
fort denk je algauw dat hebben we zo bekeken, maar dat bleek hier
niet het geval, achter die dikke muren lag een enorm gebied waar de
prachtig planten en bloemen groeiden, alles stond in bloei.
Daarna
zijn we langs de zeer ruige kust gelopen waar de rotsen loodrecht uit
zee omhoog komen, en boven op die steile rotsen zaten overal vissers
te vissen met een werphengel, en dan ook letterlijk op het randje.
Nadien
zijn we nog weer verder gefietst naar Cabo de São Vicente, dit is
het meest zuidwestelijke puntje van Europa met z'n duizelingwekkende
kliffen van maar liefst 75m hoogte, waar we eerst een broodje
braadworst hebben gekocht, maar dan wel een gecertificeerde, de
laatste braadworst voor Amerika.
Omdat
het al bijna half vijf was hebben we besloten, om hier verder niets
te bekijken maar dat een volgende keer te doen, maar dan maar met de
auto, want we moeten nu nog 36 km terug fietsen, en dat bergje op en
bergje af, om precies 6 uur waren we weer op de camping, en toen
stond de teller op 72,2 km.